Slachtbewijs

Wanneer je een dier wil laten slachten, moet je je laten registreren in het gemeentehuis. Deze registratie hoeft maar éénmaal te gebeuren. Je krijgt dan een registratienummer. Dit nummer volstaat voor slachtingen in het slachthuis. Hiervoor is dus geen slachtbewijs meer nodig.

Voor thuisslachtingen heb je het registratienummer nodig én een slachtbewijs. Dit slachtbewijs kom je dus telkens halen wanneer je een dier wenst te slachten. Let erop dat je minstens 2 dagen op voorhand langskomt. Het slachtbewijs is één week geldig.

Welke dieren?

Welke dieren?

Varkens, schapen en geiten mogen thuis worden geslacht.
Runderen en paarden mogen enkel in een slachthuis geslacht worden.

Procedure

Procedure

In deze centrale databank Beltrace-databank van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (het voedselagentschap) worden alle gegevens over de slachtingen op elektronische wijze verzameld: de eigenaar, de aangever, het dier, het vlees en de keuringsresultaten.

Eénmalige registratie
Daarom moeten de aangevers van slachtingen zich voorafgaand en éénmalig identificeren en registreren in het gemeentehuis. Ze krijgen dan een uniek registratienummer van het FAVV, dat bij elke toekomstige slachting gebruikt kan worden.

Dit geldt dus voor de eigenaar die een particuliere slachting van een slachtdier wil doen of laten doen en ook voor alle professionelen. Professionele aangevers die al een registratienummer in het centrale systeem Sanitel hebben, kunnen steeds dit nummer gebruiken, ook bij particuliere slachtingen.

Aangifte
Na de registratie dienen de eigenlijke slachtingsaangiften te gebeuren.

  • voor alle slachtingen in een slachthuis, gebeurt de aangifte uitsluitend in het slachthuis zelf. Het registratienummer en de andere gegevens worden hier meegedeeld. Nieuw sinds 1 december 2004 is dus dat de particuliere slachtingen in een slachthuis niet meer bij de gemeente moeten aangegeven worden.
  • alleen de particuliere slachtingen van varkens, schapen en geiten buiten een slachthuis dienen aangegeven te worden bij het gemeentebestuur. De eigenaar moet zich hiervoor minstens 2 werkdagen voor de slachting persoonlijk aanmelden bij de dienst onthaal met zijn registratienummer. Nieuw is dat de geldigheidsduur van een aangifte nu bepaald is op 8 dagen. In het oud stelsel was er geen termijn. Het aangiftebewijs moet thuis bewaard blijven tot het einde van het volgende jaar
  • voor particuliere slachtingen van gevogelte, konijnen en klein wild buiten een slachthuis is er niets gewijzigd. Hiervoor moet je dus geen registratienummer aanvragen en is er geen aangifteplicht
  • sluikslachting is niet enkel de slachting van een slachtdier binnen of buiten het slachthuis zonder aangifte, maar ook deze met vervallen aangifte. Dit wordt gesanctioneerd met de inbeslagname van het vlees en met een strafrechterlijke vervolging.

Meer info op op de site van het Federaal Voedsel Agentschap.